Regelmatig krijg ik van mensen de vraag of ik Japan-tips heb. Voor mensen met autisme, maar ook gewoon, in het algemeen. Daarom heb ik deze serie blogs gemaakt, zodat je goed beslagen op reis kan gaan. In dit deel vertel ik je alles over de seizoenen. (Deel 1, over het reizen naar Japan, lees je hier.)
Wanneer ga je naar Japan?
Japanners zijn er trots op dat hun land vier seizoenen heeft. Nu denk je als Nederlander misschien: euh, heeft elk land niet vier seizoenen? Maar wat ze bedoelen is dat er, in tegenstelling tot bijvoorbeeld tropische landen waar het altijd warm is, vier verschillende klimaten zijn. Of eigenlijk vijf. Ik leg het uit:
Lente: Sakura en Golden Week
In de lente bloeien in Japan de kersenbloesems, ofwel sakura. Het bekijken van de bloesems – dé jaarlijkse bezigheid in de lente – gaat vaak samen met buiten picknicken, want het is meestal heerlijk weer (rond 15–20°C). Mensen leggen plastic zeilen onder de bomen, nemen snacks en drankjes mee, en maken er een middag of avond van. Deze traditie heet hanami en valt samen met het einde van het Japanse schooljaar. Het staat symbool voor verandering, vergankelijkheid en een nieuw begin.Wat daarbij ook meespeelt is dat de bloesem maar zo kort bloeit: na ongeveer een week zijn de bloemblaadjes alweer aan het vallen, en binnen tien dagen is alles weg.
Om te weten wanneer de eerste bloesems openen en wanneer de bomen in volle bloei staan, worden een voorspellingen gedaan; een soort weerkaart, maar dan voor kersenbloesem. Sakura bloeit trouwens niet overal gelijktijdig. De bloesem begint in het warmere zuiden, vervolgens staat rond eind maart/begin april Tokio in bloei, en pas ongeveer een maand later is het koudere Hokkaido aan de beurt. Kortom: Heb je de bloesems gemist? Dan kun je ze misschien wel achterna reizen! Verder heeft Japan trouwens nog genoeg andere bloesems, zoals de pruimenbloesem. Ook zijn er vroegbloeiende kersenbloesems, zoals in Kawazu, op het schiereiland Izu. Daar staan de bomen vaak al in februari in bloei.
Tijdens sakura is het meestal erg druk in Japan. Hotels zijn duurder en op de beroemde bloesemlocaties, zoals Ueno Park in Tokio, Maruyama Park in Kyoto of de kersenbloesem-promenades langs de Meguro-rivier, kun je letterlijk over hoofden lopen. Gelukkig groeien kersenbloesems overal en nergens. Je hoeft helemaal geen beroemde locatie te bezoeken om de bloesems te zien. Vrijwel elk lokaal park heeft wel een aantal bloesembomen, dus ik zou zeggen: verken lekker de stad, en die bloesems komen vanzelf wel.





Ook in de lente, ongeveer van eind april tot begin mei, is Golden Week. Deze periode bestaat uit een reeks nationale feestdagen die zo gunstig op de kalender vallen dat veel Japanners – soms door één dag vrij te nemen, soms omdat hun bedrijf simpelweg sluit – opeens meer dan een week vrij zijn. Het resultaat: een compleet gekkenhuis.
Tijdens Golden Week is het overal extreem druk. Veel treinen, waaronder de Tokaidō Shinkansen, zitten dagen van tevoren volgeboekt en zijn alleen te gebruiken met een reservering. Op luchthavens sta je zo uren in de rij. Pretparken zoals Tokyo Disneyland en DisneySea bereiken tijdens Golden Week vaak hun maximale capaciteit; de parken kunnen dan tijdelijk de toegang sluiten (en al kom je er wel in, leuk is het niet). Hotels op populaire toeristische plekken zijn al maanden eerder uitverkocht.
De enige plek waar het nog een beetje goed toeven is, is Tokio. De meeste Japanners verlaten de stad juist in deze periode. Houd er wel rekening mee dat veel musea en attracties andere openingstijden kunnen hebben of zelfs gesloten zijn.
Golden Week valt elk jaar net iets anders. Wil je de exacte data weten, google dan: “Golden Week 20XX” voor jouw reisjaar. Ná Golden Week is overigens een toptijd om te reizen. Scholen zijn weer begonnen, er zijn even geen feestdagen en Japanners zitten massaal in hun mei-dip. Jij kan ondertussen lekker genieten van korte rijen en lagere tarieven.
Zomer: Pruimenregen en zinderende hitte
Voor de echte zomer echt begint, is er het onofficiële vijfde seizoen: tsuyu, ofwel de pruimenregen. Dit is de periode van begin juni tot half juli waarin de regen soms dagenlang met bakken uit de hemel komt. Het wordt dan al flink warm, waardoor een groot deel van Japan verandert in een kleffe, plakkerige bende. Ook komt er zo nu en dan een tyfoon langs – op zulke dagen is het een kwestie van binnenblijven.
Na de tsuyu is het vooral zweten. In juli en augustus is het in Tokio bijna elke dag boven de dertig graden, en op sommige dagen tikt de temperatuur bijna de veertig aan. De luchtvochtigheid blijft hoog, waardoor je zelfs door te zweten nauwelijks afkoelt. Elke zomer overlijden er helaas mensen aan heatstroke, dus het advies is: veel water drinken, rust nemen, en regelmatig koelte opzoeken.
Ook in september blijft het warm, al koelt het ‘s avonds gelukkig wat meer af. Dat kan trouwens ook in juli en augustus, mits je de juiste plek opzoekt: in het noorden van Japan en in bergachtige gebieden is het vaak een stuk koeler, en valt de avondtemperatuur veel prettiger uit.
De zomer in Japan staat bekend om z’n kakigori, (de Japanse versie van schaafijs) de vele vuurwerkfestivals en matsuri; traditionele feesten, waar mensen een yukata dragen en snacks eten van kleine kraampjes.




Herfst: Verkleurende blaadjes en fris, helder weer
Herfst is misschien wel het beste seizoen om Japan te bezoeken. Ja, ook nu kun je zo nu en dan een tyfoon treffen, maar de heerlijke temperaturen en de spectaculaire herfstkleuren maken veel goed. De eerste sneeuw verschijnt op Mt. Fuji, het wordt rond zes uur donker, en zodra op 1 november Halloween voorbij is, is het hier kerst. Full-blown kerst. Het kan dus zomaar gebeuren dat je met 22 graden, op een terras, met Mariah Carey op de achtergrond aan een gingerbread latte zit.
De herfstkleuren, kōyō in het Japans, zijn bovendien een attractie op zich. Van de bossen rond Nikko tot de tempeltuinen in Kyoto en de wandelpaden op Takao: overal barst het in deze periode van het rood, oranje en goud. Hou er wel rekening mee dat het op bekende plekken behoorlijk druk kan worden.



Winter: Wintersport, strakblauwe luchten en de eerste zonsopkomst van het nieuwe jaar
In de winter schommelt de temperatuur in Osaka, Kyoto en Tokio meestal tussen de 0 en 10°C, met frisse ochtenden en avonden. Op Okinawa (het Hawaii van Japan) blijft het aangenaam lenteweer, maar in de Japanse Alpen en in Hokkaido wordt het écht koud: daar zijn temperaturen van –5 tot –15°C heel normaal, met sneeuw die wekenlang blijft liggen. Er wordt daar dan ook altijd flink gewintersport.
Tot oudjaar is Japan gehuld in kerstsferen, en zijn sommige straten, gebouwen en winkelcentra prachtig versierd. De eerste week van januari zijn veel winkels, restaurants en bedrijven dicht vanwege nieuwjaar. Tegelijkertijd zijn shinto-schrijnen juist extreem druk, omdat mensen massaal op pad gaan voor hun eerste bezoek van het jaar (hatsumōde). De nacht van oud en nieuw rijden er in veel steden zelfs de hele nacht treinen en metro’s, zodat iedereen veilig van en naar de schrijnen kan, maar ook om de eerste zonsopkomst van het jaar te bekijken.
Na de eerste dagen wordt het overal rustiger, en zijn januari en februari over het algemeen ontspannen maanden om te reizen. Vooral in januari en februari heb je veel strakblauwe luchten, met goed zicht op Mt. Fuji. Wel kan er ook in Osaka, Kyoto en Tokio zo af en toe ook sneeuw vallen, maar dat blijft meestal niet lang liggen.




In een volgende blogpost ga ik je meer vertellen over wáár je kan verblijven. Hotel of ryokan, drukke en rustige wijken, en wat doe je met je bagage? Stay tuned voor de volgende post!
Wow, zo ouderwetsch! Een RSS-feed!
Sla deze link op in je RSS-reader en volg mijn blog hoe jij wil; chronologisch, in je mailbox, in je browser... Ja mensen, the past is here!
https://www.toeps.nl/blog/feed/








