Japanese joke

Hoera, mijn visum is verlengd! Ik hoorde het een paar dagen voordat Riemer kwam (en we gingen rondreizen in het zuiden van Japan), dus ik spoedde mij naar het immigratiekantoor, en een uur later had ik een extra jaar Japan in the pocket. En, ook niet onbelangrijk: eindelijk een enigszins normaal visum, want met zo’n halfjaar-dingetje kunnen de meeste bedrijven precies niks.

Dus na een trip met Riemer met veelvuldig maps-gebruik en een boel up te loaden foto’s (een uitgebreide reisblog volgt!) op het gaarste internet van heel Japan (Mobal, die resellen Softbank aan foreigners, maar dan heel afgeknepen of zo) vond ik het tijd om over te stappen naar een échte provider.

Ik wilde eigenlijk naar Rakuten, want online en makkelijk en zo, maar waar de grote baas vorig jaar online nog zo mooi pleitte voor open grenzen, blijkt de realiteit een stuk xenofobischer. Rakuten vindt zelfs een éénjarig visum te kort voor hun *per maand opzegbare* abonnementen. En aangezien mijn visum hierna weer met een jaar verlengd zal gaan worden… Besloot ik te gaan voor NTT Docomo.

Waarom? Nou ja, ik had wat gegoogeld en gelezen dat het de meest populaire provider van Japan was. Ik weet ook wel dat er goedkopere providers zijn, maar ik wilde gewoon góed internet, snél internet, en ik betaalde nu toch ook al een godsvermogen. Dus ik liep naar de NTT Docomo-winkel… Maar die was gesloten. Er hing een briefje op de deur dat de openingstijden gewijzigd waren, van 9:00 naar 10:00. Maar het was al 10:40 en nog steeds waren de rolgordijnen naar beneden, dus ik besloot door te lopen naar het andere filiaal, even verderop in de stad. Maar onderweg daarheen liep ik langs een andere winkel; die van Au.

Au is ook een grote provider, dus ik besloot daar dan maar naar binnen te lopen. In mijn beste Japans legde ik uit dat ik een residence card had die één jaar geldig was. Dat was geen probleem volgens de verkoper, ik kon er alleen geen telefoon op afbetaling bij nemen. Dat hoefde ik ook niet, dus ik werd ingepland voor een afspraak. “Komt u om 17:00 maar terug.” Euh. Oké.

Dus ik om 17:00 met mijn telefoon, nummerportatie-code, paspoort, residence card en bankpas naar de Au-winkel. Ik mocht plaatsnemen in een wachtkamer die me nog het meeste deed denken aan een aftands streekziekenhuis. Bankjes, een speelhoek voor de kinderen, een een tv zonder geluid die het nieuws over de hernieuwde kandidatuur van Toranpu aankondigt. Aan de rand staan tafels met plastic covidschermen ervoor.

Na ongeveer tien minuten word ik opgehaald door mijn verkoper. Hij spreekt geen Engels, ik maar half Japans, dus we moeten het doen met Google Translate en een of andere app op zijn telefoon, die niet altijd de meest accurate vertalingen geeft. Hoe dat komt? Nou, in het Japans laat men woorden als “ik” en “jij” vaak weg, omdat je uit de context kan opmaken wat het zou moeten zijn. Die vertaal-apps snappen dat niet, maar de Japanner tegenover mij snapte dát dan weer niet, en typte zijn zinnen hoe ‘ie ze ook zou zeggen. Gevolg: heel veel vragen als “Heeft mijn huis een internet-aansluiting?” – Vriend, weet ik veel of jouw huis een internet-aansluiting heeft?

Ja, aangezien Au ook glasvezel verkoopt en je korting krijgt als je beide afneemt, ga ik ook voor internet binnenkort naar ze over.

De verkoper had nog nooit van z’n leven van Mobal gehoord, dus uiteindelijk heb ik ‘m maar gewoon de site laten zien. “Internetto wa, totemo osoi, totemo warui”, mompelde ik. Hij knikte en lachte. Hij vinkte wat dingen op z’n tablet aan. Unlimited data, check. Toen vroeg hij om mijn paspoort, residence card, bankpas en telefoon. Ik legde ze op een dienblad, waarna zijn collega ermee aan de slag ging.

“Japanese joke”, schreef hij in z’n app.

– “Wakarimasen?”

“Don’t worry, I’m not going to steal it”, schreef hij. “Is Japanese joke”, zei hij erachteraan. Ik ging stuk.

Terwijl z’n collega met mijn telefoon bezig ging, doken wij verder in het thuisinternet. Het duurde even om uit te leggen welke poorten mijn huis had, en dat ik nu ook al glasvezel afneem, maar dan via Sakura Mobile (verwarrend, want het is dus glasvezel, niet mobile at all). We hadden allebei geen idee of Sakura Mobile een overstapservice had, dus uiteindelijk is besloten om volgende week een monteur langs m’n huis te sturen. De poort zit achter mijn kledingkast, maar als ik geluk heb, kunnen we gewoon dezelfde aansluiting blijven gebruiken. Als ik pech heb, moet er een kabel van de concurrent getrokken worden. Of zo.

Anyway. Het was inmiddels al bijna 19:00, en het meisje kreeg, ondanks een succescolle nummerportatie, mijn telefoon niet op het nieuwe netwerk. Gelukkig wist ik al snel wat dit was. Ik vroeg mijn telefoon terug, verwijderde het APN-profiel van Mobal en hop, daar waren we. Het meisje ging nog even door, zo installeerde ze een app: “my Au”.

De Japanse verkoper typte ondertussen wat op z’n tablet. “Ze betalen me geen overuren, dus ik ga ervandoor!”

– “…?”

“Japanese joke!”

Maar hij ging er daadwerkelijk vandoor. Het meisje liep nog even de kleine lettertjes met me door, en zo’n tien minuutjes later liep ik met mijn snelle mobiele internet de winkel uit. Als een blije Au-tist.