Een omgekeerde pelgrimstocht door Shikoku – Deel 1

Wie de 四国八十八箇所 (Shikoku Hachijūhakkasho), ofwel de Shikoku Pilgrimage loopt, bezoekt 88 tempels ter ere van de Boeddhistische monnik Kūkai, in een tocht van zo’n 1200 kilometer. Oorspronkelijk ging dat te voet, in een wit jasje en met een geweven punthoed op. Tegenwoordig nemen pelgrims ook gewoon de bus en de trein, al zagen we ook af en toe nog een die-hard langs de autoweg wandelen. De (wandel)tocht leidt de pelgrims door de vier prefecturen van Shikoku: Tokushima, Kochi, Ehime en Kagawa.

Wij gingen niet op pelgrimstocht, en bezochten alleen tempel 84: Yashima-ji. Al was dit met een andere reden, waarover later meer. Terwijl de pelgrims bij elke tempel een stempel in hun boekje krijgen, verzamelden wij iets anders: Starbucks-medailles. Ondertussen bezochten we bijzondere, verlaten plekken, en een kasteel dat er niet was.

Meow?

Laten we beginnen met de reden van dit avontuur: François en ik gingen op huwelijksreis! Toen we bijna twee maanden geleden trouwden, kreeg François (na het tonen van bewijsmateriaal in de vorm van onze huwelijksakte) vijf dagen vrij van z’n werk. Daar moesten we wat mee!

Nu weet de oplettende lezer dat wij katten hebben, dus een week samen weggaan was nog niet zo vanzelfsprekend. De mensen die voorheen af en toe oppasten waren allemaal niet beschikbaar, dus ik zette een oproepje op mijn Instagram waarin ik ons huis gratis aanbood, in ruil voor het zorgen voor onze twee harige kinderen. We vonden Patricia, een ervaren katten-oppas, die uit Nederland kwam voor een heerlijk weekje Japan.

Woensdag haalde ik Patricia op van Narita airport. We hadden nog tot donderdagavond om haar wegwijs te maken in ons huis, en de katjes te laten wennen. Die donderdag pakten we om 22:15 de Sunrise Seto, de slaaptrein naar Takamatsu.

Goeiemorgen vanuit Takamatsu!
Koffie! Oh nee, wacht, dat drink ik niet...

Dōgo Onsen

We zouden later nog terugkomen in Takamatsu, maar na een vroege chai latte voor onze eerste Starbucks-medaille treinden we meteen door naar de tweede: die van Ehime, in het schattige Dōgo Onsen, een plaatsje met natuurlijke warmwaterbronnen waar ook veel pelgrims van een heilzaam bad genieten. Wij gingen niet in bad, al leek het daar door de regen soms wel op.

Ons hotel stond in het centrum van Matsuyama, de grote stad waar Dōgo Onsen onderdeel van uitmaakt. Matsuyama heeft een schattig kasteeltje bovenop een berg, oude trammetjes en af en toe een speciaal stoomtrammetje (Bocchan) dat van Matsuyama Station naar Dōgo Onsen tuft. En dat eindstation is omgetoverd tot een Starbucks!

De staff van dit filiaal was ook nog eens heel aardig, al vroegen ze ons wel wat we in hemelsnaam in Matsuyama kwamen doen: "Er is hier helemaal niks te beleven!"
Go to Dōgo Onsen, they said...
Would be fun, they said...

Aangezien het de hele dag pijpenstelen regende, besloten we de overdekte winkelstraat te bekijken, even naar het beroemde monumentale badhuis te staren en toen snel terug te gaan naar het hotel. We hadden een kamer met kasteelzicht geboekt, dus dat zou goed komen.

Diep in de zee

De volgende dag pakten we de sneltrein naar Uwajima. Vanaf daar hadden we een auto gehuurd, die we de volgende dag in Kochi weer zouden inleveren. Ik wilde namelijk een onderwater-observatorium bezoeken, dat met de trein niet te bereiken was.

Want ja, over treinen gesproken: Shikoku is wel even wat anders dan Tokio. Sommige treinen gaan drie keer per dag, zoals de befaamde “langzaamste Shinkansen ter wereld”, die tussen Uwajima en Nakamura heen en weer tuft. Ik had deze trein graag willen nemen, maar deze boemel van 2,5 uur zonder toilet vond ik iets te riskant in onze volle planning – uitstappen of de trein missen zou onze hele trip in de war schoppen. Daarnaast waren we dan nog steeds niet bij het observatorium. Helaas, dacht ik, dan maar geen “Shinkansen”… Maar toen we op Uwajima uitstapten, en ik nog even op het perron stond te wachten op François, die naar de wc was, kwam ‘ie daar ineens binnenrijden!

Choo-choo, motherfuckers!

We haalden de huurauto op en gingen op weg. Op de kaart had ik nog iets interessants gespot: een Japans gevechtsvliegtuig uit de Tweede Wereldoorlog, dat was opgevist uit zee, gerestaureerd, en in een klein museum bovenop een berg was geplaatst. De berg, in Ainan, was ooit een toeristische trekpleister. Een paar minuten lopen van het museum stond een hoge uitkijktoren, waar Google Maps niet over repte. Het ding bewoog ook niet. “Zal wel dicht zijn dan?”

We besloten erheen te lopen, om het gevaarte van dichtbij te bekijken. De roest verraadde al een boel, evenals het verlaten station van iets dat ooit een kabelbaan geweest moet zijn. Beneden, in het water, zagen we alleen nog de betonnen funderingen van wat ooit masten waren. Op de berg stonden de masten er nog, zonder kabels of stoeltjes of andersoortige cabines. Wanneer de kabelbaan sloot weet ik niet, maar de uitkijktoren bleek sinds 2019 dicht. Even verderop spotten we nog een kleine dierentuin, die, volgens het briefje op de afzetting, gesloten was wegens vogelgriep. Ze hebben niet veel geluk, daar in Ainan.

Japanse Tweede Wereldoorlog-dingen zijn toch altijd apart: enerzijds liggen er gevouwen kraanvogels onder het het vliegtuig om vredeswensen te symboliseren, anderzijds verkopen ze historische marine-goodies die me toch een beetje een ongemakkelijk gevoel geven...
Dicht
Ook dicht
Ook dicht

Tijd om verder te rijden. Door onze detour langs de uitkijktoren begon het al aardig laat te worden, en het Ashizuri Underwater Observatory was geopend tot 17:00. Dat zouden we wel redden, volgens de navigatie. Maar toen we om 16:38 de parkeerplaats op reden, zagen we een bordje met extra informatie die niet op Google Maps te vinden was: “Last entry: 16:30”

Shit! Wat nu? Toch proberen?

Ik gooide mijn beste Japans in de strijd en beloofde de man achter het loketje om nog vóór 17:00 weer buiten te staan. We deden een speedrun de trappen af, langs alle patrijspoorten. We zwaaiden naar de vissen en stonden om 16:56 weer op het vasteland. Missie geslaagd. (En eerlijk: die vissen konden mij gestolen worden. Het ging mij vooral om het epische gebouw.)

Ik had dit bijzondere gebouw een paar weken eerder bij Maan gezien, toen zij door Shikoku aan het rondreizen was. Meteen wist ik: hier moeten wij ook heen!
Dat gebouw gaat dus een eind door onder water, alwaar je door patrijspoorten allerlei vissen kunt bekijken

Tweedehands en zelfgemaakt

Omdat François zelden rijdt, en het ook best spannend vindt, hadden we tijdens het maken van onze planning al besloten dat we niet in het donker gingen rijden. Die avond overnachtten we in Shimanto, een plaatsje op ongeveer drie kwartier rijden van het observatorium. Ik had twee eenpersoonskamers geboekt in een crappy hotel – zo kon ook ík even bijtanken. Die avond aten we heerlijk traditioneel Japans in het restaurant van een duurder hotel, op loopafstand van het onze.

De volgende ochtend wilde ik even naar de kringloopwinkel die vrijwel tegenover ons hotel zat. Het bleek een fantastische winkel met een gigantische hoeveelheid kimono’s, waarvan ik er natuurlijk een aantal heb gekocht. (We waren toch met de auto, haha, dus ik hoefde ze niet de hele tijd mee te slepen.) Omdat we de huurauto pas om 18:00 hoefden in te leveren, en het maar zo’n twee uur rijden naar onze volgende bestemming Kōchi was, hadden we op deze dag alle tijd.

Kimono, anyone?

In Kōchi wilde ik graag één ding zien: de Sawada Mansions. Ik had ooit een YouTube-video gezien over dit bijzondere gebouw, dat illegaal is neergezet door een bijzonder eigenwijs koppel met een visie, dat dacht alles wel zelf te kunnen. Appartementen in het gebouw zijn spotgoedkoop, en er worden allerlei spullen verkocht en lessen gegeven. Op het dak is een kleine boerderij, en bij de ingang staan een aantal kastjes waar op basis van vertrouwen groente verkocht wordt: “Gooi het geld in dit bakje”, staat gekrabbeld op een briefje. Of het gebouw veilig is, is een andere vraag, dus helemaal naar boven gaan durfden we niet. Wel bezochten we de naastgelegen Starbucks, voor medaille 3: die van Kōchi. (Kōchi is zowel de naam van de prefectuur als van de stad, een beetje zoals Utrecht of Groningen.)

Nu ben ik toch benieuwd wat Grady van Practical Engineering hiervan vindt...

Hierna reden we langs nog een aantal kringloopwinkels. François tikte bij Hard-Off een DJ-set voor z’n oude Playstation op de kop. Hij had er vroeger ook al een, maar die was stuk. Deze was ongetest, maar zo goedkoop dat hij ‘m niet kon laten liggen.

Goed, toen hadden we dus een zak vol kimono’s én een grote Playstation-doos… We leverden de auto in, checkten in bij ons hotel (een iets fancy-er hotel deze keer, JR Clement Inn, tegenover Kōchi Station) en wandelden toen naar de Daiso, om voor 200 yen een grote plastic boodschappentas te kopen. Hier deden we onze kimono’s, DJ-set, souvenirs en vuile was in, om ‘m vervolgens bij de receptie van het hotel in te leveren. Een beetje degelijke hotels in Japan bieden vaak bagage-verzendservice aan, dus onze overtollige bagage zou de donderdag van onze thuiskomst door Kuroneko Yamato bezorgd worden. Oh, Japan, how I love you.

Die avond keken we tv in de hotelkamer (tip: neem je eigen HDMI-kabel mee, dan kan je alles vanaf je laptop op de hotel-tv afspelen), om de volgende ochtend weer door te reizen naar Takamatsu.

Wordt vervolgd...

Deze blog wordt zo wel heel lang, dus we gaan verder in deel 2, waarin we een verlaten kabelbaan, een kasteel van steigerbuizen en een stel wilde draaikolken bezoeken. Hou mijn blog in de gaten, of nog beter, abonneer je op de RSS of mailing list – dan krijg je een berichtje zodra deel 2 online staat!

Wow, zo ouderwetsch! Een RSS-feed!

Sla deze link op in je RSS-reader en volg mijn blog hoe jij wil; chronologisch, in je mailbox, in je browser... Ja mensen, the past is here!

https://www.toeps.nl/blog/feed/

Abonneer je op mijn blog en mis nooit meer een post!

Als je je abonneert, krijg je automatisch een mailtje als ik een nieuwe blog heb gepost. Hendig! (PS: Check eventueel je spambox om je abonnement te bevestigen.)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *