Super Sensory Overload

Jean-Jacques* had kaartjes voor een concert in Osaka, en vroeg of ik mee wilde. Niet naar het concert, nee, punkbands zijn niet aan mij besteed. Maar nu hij er toch was, wilde hij graag naar Universal Studios om het nieuwe Super Mario-themagebied te bekijken, en dat leek mij best leuk. Daarnaast sla ik een tripje met de shinkansen én twee nachten ongestoord vozen ook niet af, dus ik ging mee.

Ik was op transfers na nog nooit in Osaka geweest, dus we bezochten eerst de beroemde Glico-man op de Dotonbori en aten vervolgens klassieke takoyaki in een ondergrondse winkelstraat. Althans, Jean-Jacques at er zes-en-een-half van zeven, ik de rest. De buikkrampen die mij tot voorkort teisterden bleken door ei te worden veroorzaakt, dus daar ben ik tegenwoordig spaarzaam mee. Gelukkig hadden ze ook gebakken soba-noedels.

Vanuit de ondergrondse winkelstraat, die was gekoppeld aan een metrostation, reisden we door naar onze accommodatie. Ik had een hotel geboekt in Universal City, het Disney Village van de concurrent. Sorry voor alle Universal-fans, maar ik kende tot vorige week alleen Disney, dus alles in het Universal-universum zal tegen een Disney-meetlat worden gelegd. Maar vrees niet, ik kan je alvast verklappen dat die vergelijking niet per definitie negatief is.

‘s Avonds ging Jean-Jacques naar zijn concert, en besloot ik een kringloopwinkel in een woonwijk tussen Osaka en Kobe te bezoeken. Ik vond er drie mini-Starbuckskopjes, en op de terugweg passeerde ik een tunneltje dat op de kaart stond als toeristische attractie. Waarom? Nou…

♪ I'm big in Japan tonight... ♪

Een amish in Amity

De volgende dag bezochten we het park. Jean-Jacques had zijn research gedaan en wilde graag met openingstijd in het park zijn, zodat hij in zijn app snel toegangstickets voor het Mario-gedeelte kon reserveren. Ja, het themagedeelte is zó populair dat je er apart voor moet reserveren. Het park opende om 9:00, en wij hadden Mario-passen voor 10:00. Terwijl we wachtten liepen we een rondje door Hogwarts, Amity Island (het dorpje uit Jaws) en een klassiek Hollywood-straatje uit de jaren ’20. Of ’30. Ik heb eigenlijk ook gewoon geen idee.

“Deze attractie is van Spider-man! Heb je die film gezien? Waterworld? Beetlejuice? De minions?” Jean-Jacques, grote filmliefhebber, wees me links en rechts details aan. Namen van straten, toiletten en winkels refereerden aan films en karakters, waar ik stuk voor stuk nog nooit van gehoord had. “Je moet me een beetje zien als Amish, denk ik. Ik ken niks. Sorry.” Het is echt zo. Deze autist kijkt nooit films, want films zijn overweldigend. Zelfs van Harry Potter weet ik niks. De enige film die ik kende, was Jurassic Park. Daar hadden ze een achtbaan van.

Pling! Pling!

Al snel was het 10:00 en begaven we ons richting Marioland. (Het gebied heet eigenlijk Super Nintendo World, maar da’s nogal een mond vol, en voor nu hebben ze alleen Mario. Ik hoorde wel dat ze ook een Donkey Kong-ding aan het bouwen zijn.) Toen we in de rij stonden voor Jean-Jacques’ speciale polsbandje, waarmee je muntjes en sleutels en weetikwat kunt verzamelen (da’s nog even bijna 40 euro extra, danku! *insert Mario-muntjesgeluid*) begon het te regenen. Alle Japanners staken hun paraplu op, al hadden sommigen ook guitige Mario-poncho’s. Ikzelf had mijn convenience store-poncho meegenomen die ik afgelopen zomer voor het Pokémon-fest had gekocht. Als een knisperende plastic zak toog ik naar binnen.

Binnen? Nou ja, eigenlijk is het grootste gedeelte van Super Nintendo World buiten. Maar je komt binnen via zo’n groene buis en dan bevind je je plots in een soort Sarlacc pit van vierkante vormen en pling plong en muziekjes en characters en honderden Japanners en weeaboos en combinaties van beiden die met de punten van hun paraplu’s je ogen uitsteken, zeker als je zo lang bent als ik.

Jean-Jacques kon met zijn armband van die vierkante blokjes aantikken, waarmee hij dan muntjes verzamelde in zijn app. Er waren mini-games, waarbij je bijvoorbeeld moest draaien aan een hendel, waardoor er een Goomba naar achteren vloog. Hiermee won je dan een sleutel. Met drie sleutels kon je naar het Bowser-kasteel. Voor al deze dingen stonden rijen, die de looproute aardig belemmerden. Het themagebied heeft twee rides, waarvoor de wachttijd opliep tot wel twee uur. Voordat we hierin zouden gaan staan, wilden we eerst even naar de wc. We worstelden ons door een paraplu-zee de trap af, dieper de Sarlacc pit in, op zoek naar wc-bordjes tussen de prikkels. Eenmaal op de wc, in een natte plastic poncho en nog steeds overprikkeld door het geluid dat van alle kanten kwam, besefte ik: dit gaat niet. Ik kan dit niet. Ik moet hier weg.

 

Het komt regelmatig voor dat ik me een beetje een nep-autist voel. Als ik het naar mijn zin heb, lekker aan het reizen ben, succesvol ben in mijn werk en me helemaal de koningin voel met mijn Japanse bedrijf en appartement, dan hoor ik de stemmen van mensen op internet die gratis hun intrek hebben genomen in mijn hersenpan al roepen: “Pfff! Da’s toch geen autisme te noemen? Die slaat er behoorlijk een slaatje uit! Wát een aansteller!” Maar dan komt er zo’n moment als in de Mario-kuil, waarop een ander stemmetje het overneemt: “Pfff, doe niet zo autistisch joh! Doe even gezellig! Wát een aansteller!”

Ik ben altijd slecht geweest met zulke situaties, en in eerdere relaties heeft dat regelmatig tot ruzies en ellende geleid. Nu is het voordeel dat ik nu zelf van mijn autisme weet, zodat ik nog redelijk op tijd aan de bel kan trekken, en dat ik er een boek over heb geschreven, zodat ook Jean-Jacques weet wat er gebeurt. Natuurlijk voelde ik me alsnog enorm schuldig toen ik aangaf weg te willen, maar Jean-Jacques zei: “Weet je wat? Dan gaan we er nu uit, en dan komen we later terug. Ik kan in de app nieuwe tijdslots reserveren en dan regent het hopelijk ook niet meer, dus dan kan ik ook betere foto’s maken.”

We verlieten het hellegat, zochten een plekje om te zitten en ik at een pizza, waar ik aardig van opknapte. Ik weet inmiddels dat, als prikkels verminderen niet gaat, het kan helpen om de prikkelverwerkingscapaciteit op te schroeven. Eten kan daarbij helpen. Hierna bezochten we een aantal andere attracties in het park. Spider-man, wat een soort Ratatouille was qua ritsysteem, maar dan een standje heftiger. Jaws, wat een soort Jungle Cruise is waarbij een heftig acterende cast member slash bootbestuurder vrij asynchroon schiet op een aanvallende haai. Waterworld, een soort Moteurs, Action! maar dan op het water. En een bizarre show genaamd Monsters Live Rock and Roll, waarin het monster van Frankenstein, Dracula, Beetlejuice en nog een paar andere karakters bekende popnummers zingen op een kerkhof, want…? Reasons, I guess.

1 UP

Rond vieren was het gestopt met regenen. Zonder paraplu’s in mijn ogen en zo’n vieze, klamme, krakende poncho zou het prikkelniveau misschien nét haalbaar zijn, dus we besloten om terug naar Marioland te gaan. Maar oh-oh… Jean-Jacques had zich vergist. Er stonden dan wel nieuwe tijdslots in de app, maar toen hij erop wilde klikken, stond er dat dat niet mocht, omdat we onze reservering van die dag al gebruikt hadden. Ik zag Jean-Jacques wit wegtrekken. Hij had nog geen vijf minuten gespeeld met zijn dure armband, nog geen foto gemaakt, geen attractie van binnen gezien en nu zouden we er niet meer in mogen?! Fuck!

Ik voelde me nog schuldiger dan voorheen, maar ik wilde ook niet zomaar opgeven. “Laten we naar de ingang gaan, ” zei ik, “en dan aan die staff uitleggen dat ik niet goed werd. Hier, laat dit maar zien!” Ik wees naar mijn Help Mark, de medische badge die ik aan mijn rugtas heb hangen, om te laten zien dat ik een onzichtbare beperking heb. 99% van de tijd voel ik me een aansteller, een faker, want hoe erg is dat autisme nou, en gebruik je dat ding niet gewoon om lekker te kunnen zitten in de trein? Maar dan gebeurt er zoiets als dit, en ben ik blij dat ik iets heb om mijn verhaal te “bewijzen”.

Jean-Jacques wees op mijn Help Mark, en smeekte de staff om ons terug naar binnen te laten. “Een momentje,” zei het meisje, waarna ze overlegde via haar walkie-talkie. “Het is oké voor deze keer, maar volgende keer niet meer doen hoor!” Oké is goed.

Ik vond het nog steeds geen feestje, maar zonder regen was het inderdaad beter uit te houden. We besloten de single riders-rij te pakken voor de Mario Kart-attractie, waar je met een 3D-bril op moet schieten zoals in Toy Story Mania. Hierdoor stonden we maar één uur in de rij, in plaats van twee. We belandden allebei in een andere kart, maar wel tegelijk, dus zo hadden we toch mooi een uur bespaard. Nadat we drie sleutels hadden verzameld en Jean-Jacques de eindbattle tegen Bowser had gewonnen, besloten we richting uitgang te gaan. We aten een heerlijk ongezonde maaltijd bij Hard Rock Café en pakten toen de trein en shinkansen naar Tokio. Omdat we zo laat aankwamen, sliepen we ook die nacht in een hotel. De volgende dag pikte ik Charlotte op.

Hoewel Super Nintendo World vrij heftig was, vond ik Universal Studios over het algemeen mijn verwachtingen overtreffen. Hoewel ze niet, zoals Disney, de buitenwereld verbergen, waardoor je vanuit het park een giga brug met snelweg ziet, vond ik het park behoorlijk immersive, met kwalitatief hoogwaardige decors en attracties. Meerdere malen dacht ik zelfs: Jeetje, als ze dít nou eens met Walt Disney Studios in Parijs hadden gedaan, in plaats van die bordkartonnen façades overal. Het eten was lekker en de souvenirs erg populair, wat soms tot bijzondere taferelen leidde – dan liep er bijvoorbeeld plots een groepje Japanners voorbij in Harry Potter-gewaad, afgemaakt met grote Mario- en Luigi-petten. De hotels bij het park waren, hoewel niet van Universal zelf, op loopafstand en erg fancy, schoon en goed. Het treinstation biedt een snelle verbinding met het centrum van Osaka. Kortom: aanrader. Als je een beetje van prikkels houdt.

* Wie is Jean-Jacques, vraagt u? Uitleg hier.