De toekomst was hier

“Yukarigaoka, stad waar je de toekomst kunt zien”, zo stond te lezen op de veertig jaar oude people mover (in de volksmond vaak monorail genoemd, maar dat is het niet) die z’n ronde deed door het stadje. Yukarigaoka, ofwel Eucalyptus Heights, is gebouwd als een staaltje stedelijke ontwikkeling waar Walt Disney in z’n EPCOT-tijd over droomde. Hoogbouw met veel groen, grote malls met faciliteiten en, om het geheel autoluw te houden, een grotendeels verhoogde people mover die rondjes rijdt van en naar het grote treinstation.

Toen François* en ik een uitje aan het plannen waren, spotte ik het gekke lijntje op de kaart. Ik bekeek de foto’s en wist: “Hier moet ik heen!” Dus afgelopen zondag gingen wij, terwijl de mussen van het dak vielen, richting het stadje in Chiba prefecture.

Officiële mededeling: vanaf nu heeft Jean-Jacques gewoon weer z’n eigen naam, het net zo Franse en net zo lastig te typen François. Hij laat zelf dat dingetje onder de c gewoon weg, zeker in Japan, maar dat vind ik dan weer niet kloppen.

Waarom deze verandering? Allereerst, François is inmiddels zo’n constante factor in mijn leven dat we er niet meer mysterieus om hoeven te doen. Ten tweede, en dat is misschien stiekem wel de meest dringende reden: François’ oom heet Jean-Jacques. Dat wist ik niet toen ik het verzon, en dat had ik, in tegenstelling tot alle andere mensen voor wie ik een bijnaam heb bedacht, ook niet met hem gecheckt. Nu is dat alleen al een beetje awkward, maar het wordt nog erger als je weet dat deze oom in Japan woont. Eén halte voorbij Yukarigaoka, zelfs. Dus toen we zondag een ritje aan het maken waren, gingen we ook even bij deze oom op de koffie. Je snapt, sindsdien kan Jean-Jacques echt niet meer, dus François it is.

Yukarigaoka's people mover
Spot mijn Frenchie

“Hmpf, the future,” lachte François, toen hij de people mover zag voorrijden. “Dit ding is veertig jaar oud, net als ik!” Het treintje was gedecoreerd met speelse koala’s, maar daaronder waren opbollende roestplekken te zien. De gordijntjes waren niet het toppunt van moderniteit en ook de rest van het interieur oogde gedateerd. De airco deed het niet, dus het was een lichtelijke sauna daarbinnen. Ter compensatie hadden ze dan maar een koelbox met natte doekjes neergezet, die je gratis mocht gebruiken. Inmiddels rijdt er ook een bus door Yukarigaoka: ouderen die minder goed ter been zijn, hadden problemen met de niet altijd even toegankelijke stations. The future is here. Of nou ja, was here. Veertig jaar geleden.

De bijna-kortste lijn van Japan

Het was een weekend vol avontuur. We begonnen op zaterdag met het halen van onze Starbucks-medaille voor de prefectuur Ibaraki op station Toride, een plaats net over de grens met Chiba. We keken op Google Maps of er nog iets boeiends in de buurt was en mijn oog viel op een klein spoorlijntje even verderop. We besloten een kijkje te nemen bij de Ryugasaki Line, een 4,5 kilometer lange, niet-geëlektrificeerde spoorlijn met daarop een treintje van één wagon lang dat stamde uit 1981. “Dit moet wel de korste spoorlijn van Japan zijn?”, grapte ik. Ik had het mis. We googelden de kortste spoorlijn van Japan en stuitten op de Shibayama Railway, een 2.2 kilometer lange lijn in… Narita, Chiba? En het beginstation lag… Onder Narita Airport?! Hoe kon dit? En hoe wist ik dit niet? We namen ons voor er de volgende dag langs te gaan.

Het gehele traject
Hypermoderne ventilatie
Scenic eindstationnetje
"Dames en heren, appels en peren, het volgende station is Istanbul, eh, Ireji!"

Kerst in de zomer

Die avond sliepen we in love hotel Chapel Christmas in Narita-stad. Hier is het 365 dagen per jaar kerst, en dat leek me, vooral in hartje zomer, hilarisch. Het hotel was gedecoreerd met goud en kitsch en glitter, en deed me daarom ook aan mijn moeder denken. Goud en kitsch en glitter (en tijgerprint) zijn haar ding. Ik probeerde dit uit te leggen aan François, die mijn moeder natuurlijk nooit heeft ontmoet. Ik pakte mijn telefoon en logde in op mijn server, waarop backups van jaren oude foto’s stonden.

Voordat we het wisten, waren we in 2005 beland. Het is gek om foto’s te zien waarvan ik weet dat ik toen onzeker was, over mijn lichaam, over alles. Hoewel ik toen objectief jonger, knapper en slanker was, voel ik me nu beter. Al zou ik mezelf soms wel even terug willen teleporteren naar die tijd, om met de mindset van nu dingen opnieuw te beleven.

François liet me foto’s zien van zijn oude blog. Hij was, hoewel niet meer zo mager als toen, niet super veel veranderd. Hij draagt nog steeds dezelfde bandshirts (deze bands zijn inmiddels aan hun 90’s revival tours bezig), heeft zijn bril al jaren en ook zijn rugtas gaat al twintig jaar mee. François doet me hierdoor soms aan mijn exen denken, maar wellicht komt dat ook gewoon doordat we ouder worden, en steeds meer bewuste herinneringen aan vroeger hebben. Als een twintigjarige tien jaar terugkijkt, belandt ‘ie in z’n kindertijd. Als ik nu tien jaar terugkijk, dan voelt dat soms als gisteren. Ik was precies dezelfde persoon – maar ook totaal iemand anders.

Mijn moeder in haar huis – niet tijdens kerst
2005 Toeps
Ik was hier 20, bijna 21

Het station dat er nog steeds is

De volgende dag zouden we naar Yukarigaoka voor hun people mover, maar omdat we de dag ervoor hadden ontdekt dat er een obscuur spoorlijntje onder Narita Airport lag, deden we dat eerst. We waren toch in de buurt.

Na een ontbijtje op de luchthaven pakten we de gratis pendelbus tussen de terminals. Deze bus stopt ook bij station Higashi Narita, beginpunt van de Shibayama Railway. Higashi Narita heette vroeger Narita Airport Station, en werd (of wordt) bediend door Keisei Electric Railway. Nog steeds komt er zo af en toe een trein aan vanaf Narita-stad, en heel soms zelfs vanaf Ueno, Tokio. Maar toen begin jaren 90 nieuwe stations werden geopend recht onder terminals 1 en 2/3, vanaf waar je zowel de Skyliner als de Narita Express kunt pakken, werd dit station zo goed als overbodig. De ene halte ná dit station, Shibayama-Chiyoda, ligt tussen de hangars en wordt vooral gebruikt door luchthavenpersoneel. Daarom wordt de Shibayama Railway ook deels gefinancierd door Narita Airport en Japan Airlines.

Dus wat krijg je dan? Een station dat zo eerie aanvoelt, zo verlaten en vervallen, dat het lijkt alsof je aan het urbexen bent – of in een horrorfilm bent beland. Voor de ingang staat een beveiliger, maar niet om bezoekers tegen te houden. Achter het loket zit een spoorwegbeambte de hele dag uit z’n neus te eten. De helft van de lobby is afgezet, winkels zijn allemaal dicht en twee van de vier perrons zijn niet toegankelijk. Wie goed kijkt, ziet de oude stationsnaam er nog aan de muur prijken. Onze trein reed ons in enkele minuten naar het eindpunt; eerst door een tunnel, toen langs de vliegtuigen. Wát een attractie.

Drie dagen later was ik weer op Narita. Met de Narita Express deze keer, dus geen spoor van deze vergane glorie. Ik pakte het vliegtuig naar Nederland, want over anderhalve week komt mijn nieuwe boek uit. Het gaat over Japan, maar ook over liefde, en over veranderingen. Over willen weten waar dingen eindigen, over nieuwe avonturen en over jezelf vinden. Misschien ligt daar wel de oorsprong van mijn fascinatie met treinen, stadsplanning en verlaten plekken. Wat is maakbaar? Wat gebeurt er als een station z’n doel verliest? Wat ligt er onder de oppervlakte op een plek waar ik al meer dan twintig keer geweest ben? Wat doet een nieuwe liefde met oude liefdes? Hoeveel verschillende levens heb ik gehad, en hoe is dat nog steeds allemaal mij? Wat zóek ik eigenlijk? De toekomst? De veertig jaar oude toekomst?