Iets meer dan een week geleden kwam ik terug uit Nederland. Ik was er twee weken op bezoek, hoofdzakelijk omdat er video’s opgenomen moesten worden voor bij de Prikkelplanner. Maar goed, nu ik er toch was, kon ik ook wel even mijn vrienden en familie zien, vier mensen op de foto zetten, audioboek-correcties inspreken en iemand voor mijn nieuwe boek interviewen.
Omdat ik deze keer krapper bij kas zat dan de vorige keer (trouwfoto’s, een huwelijksreis en heel veel Japanse belastingen hakken erin…), besloot ik, in plaats van in hotels, voornamelijk bij mensen thuis te logeren. De eerste week logeerde ik bij mijn broertje in Den Haag. Hierna verplaatste ik (zonder mijn koffers, die zou mijn vader later naar Schiphol komen brengen) naar Tjarda in Amsterdam. Zij ging een paar dagen later op vakantie, dus uiteindelijk heb ik haar maar twee dagen echt gezien. Tussendoor had ik mijn enige korte hotelverblijf: Twee nachtjes in Almere. Dit bleek wederom een perfecte uitvalsbasis, deze keer om Cynthia in Zwolle te bezoeken voor onze Planner-opnames.







Prikkelspammer
Natuurlijk is het ook hartstikke gezellig om bij vrienden of familie te logeren, begrijp me niet verkeerd! Maar er komen wel wat meer prikkels bij kijken dan bij een hotelverblijf. De laatste paar dagen, in m’n eentje in Tjarda’s huis, heb ik dan ook voornamelijk voor Pampus gelegen. Ik had me nog zo voorgenomen de hele Hema leeg te kopen en mijn koffer vol te stouwen met snacks voor François, maar daarvoor ontbrak het me aan energie en ruimtelijk inzicht. (“Hoeveel past er nog in die koffers die bij papa liggen?” – Gelukkig zit er ook een kleine Hema op Schiphol.)
Mijn paps ontmoette me zoals afgesproken op Schiphol met mijn bagage, én met de nieuwe editie van Maar je ziet er helemaal niet autistisch uit, die door mijn uitgever naar zijn huis was gestuurd. Vervolgens zat ik dertien uur lang in een oncomfortabele vliegtuigstoel, en toen was ik weer in Japan.


Normaal gesproken zou ik thuis meteen onder de douche springen en mijn bed in duiken, maar deze keer niet. Terwijl ik weg was, was er namelijk post voor me binnengekomen. Mijn nieuwe verblijfsvergunning was klaar! Toen ik weer voet op Japanse bodem zette, had ik nog maar een halve week om het ding op te komen halen. Omdat ik mezelf en mijn lichaam niet vertrouwde, en tot mijn eigen verbazing die ochtend nog niet geheel dood was, besloot ik naar huis te treinen, een doekje over mijn gezicht te halen, schone kleren aan te trekken, en meteen door te reizen naar het immigratiebureau. Aldaar wachtte ik zo’n 2,5 uur, maar uiteindelijk is het gelukt: Ik ben nu Spouse of Permanent Resident! Dat betekent dat ik mag doen en laten wat ik wil in Japan, zo lang ik maar getrouwd blijf. Geen Business Manager-eisen meer! Geen stress meer om mijn jaarcijfers! Wat een opluchting!


De volgende ochtend sleepte ik me naar mijn Japanse les (“Tuurlijk gaat dat!”, had ik weken eerder iets te optimistisch gezegd), checkte ik de post op kantoor, treinde ik terug naar huis en toen… Bam. Crash.
Alles impermanence
Waar ik vorige keer nog zei dat ik me zo rijk voelde, niet verdeeld tussen twee werelden maar aanwezig in beiden, voelde ik me deze keer wél verdeeld. Of nou ja… Weet je wat het is? Autistische mensen hebben vaak last van object impermanence. Dit betekent dat een ding, als je het niet ziet, voor je gevoel helemaal niet bestaat. Ik heb dat ook met mensen. Als ik ze niet zie, dan vergeet ik bijna dat ze er voor me zijn, en kan ik me ontzettend eenzaam voelen. Om dit te ondervangen heb ik thuis foto’s op mijn kast hangen, om mezelf eraan te herinneren dat ik vrienden heb, en dat ik die zo nu en dan een berichtje kan sturen of kan uitnodigen.
Maar met Nederland vs. Japan werkt dat iets anders. Als ik in Japan ben, voelt het alsof de tijd in Nederland stilstaat. Alsof er, als ik weg ben, helemaal niks gebeurt. Dit heb ik trouwens ook met andere dingen in mijn leven: Veel huizen waar ik ooit woonde, bestaan nog in mijn hoofd – als levens waar ik naadloos in zou kunnen terugkomen, als ik dat zou willen. Dit is natuurlijk niet zo, en dat wordt me soms pijnlijk duidelijk. Ooit woonde ik in Amsterdam. Snel verhuisde ik naar Zaandam, maar voor mijn werk kwam ik wekelijks in de hoofdstad. En nu? Nu herkende ik tussen de rolkoffertjes, fatbikes en matcha-winkels vrijwel niks terug. (Ik had een shoot op de NDSM-werf en what the hell is daar allemaal uit de grond gestampt joh!) Den Haag is bijna net zo’n mindfuck. Rotterdam herkende ik nog wel, maar bij Riemer thuis staat nu een babybedje te wachten op de plaats waar eerst mijn bureau stond. Met verschillende mensen had ik gesprekken over vroeger, waarbij we soms voor het eerst dingen door een andere lens zagen. De lens van nu.
Thuis vroeg ik François mee onder de douche. Op de badrand hebben we altijd de beste gesprekken. François, filmfreak, noemt het The Multiverse. Een concept in veelal superheldenfilms, waarbij individuele films niet op een gedeelde tijdlijn bestaan, maar allemaal hun eigen universum bewonen, waarin de events van eerdere films misschien helemaal niet gebeurd zijn. Soms zou ik willen dat ik kon tijdreizen. Nee, niet tijdreizen. Multiverse-reizen. Dat ik terug kon naar mijn kamer in Den Haag, maar dan in een wereld waarin ik niet naar Japan verhuisd zou zijn. “Oh maar, wil je dan terug? Je kan toch terug?” Nee, kijk. Ik wil niet terug. Ik heb mijn leven in Japan nu. Ik heb François. Maar soms voelt het alsof alle tijdlijnen nog ergens rondzweven. En dat ik erheen zou kunnen, als ik een portal zou vinden. Natuurlijk weet ik beter. Het enige wat ik kan doen is af en toe op en neer vliegen. En dat komt dan een heel klein beetje in de buurt.
Wow, zo ouderwetsch! Een RSS-feed!
Sla deze link op in je RSS-reader en volg mijn blog hoe jij wil; chronologisch, in je mailbox, in je browser... Ja mensen, the past is here!
https://www.toeps.nl/blog/feed/