Acht dingen die ik doe om beter te plannen

Als autist vind ik het soms lastig om prikkels te managen. Het is snel teveel, en als ik over mijn grenzen heen ga dan moet ik daar soms dagen van bijkomen. In mijn boek schreef ik al hoe ik leerde structuur te creëren door te plannen. Nu denk je misschien: Dat klinkt allemaal leuk en aardig, dat plannen, maar hóe doe je dat dan precies? Hoewel ik niet denk dat er één methode is, en ik geloof dat iedereen voor zichzelf moet uitvinden wat er werkt, heb ik hieronder een achttal punten op een rijtje gezet die mijn planningen in de afgelopen tien jaar hebben geperfectioneerd. Ik hoop dat je er iets aan hebt.

1. Een hulpmiddel gebruiken zoals Google Calendar of iCal

Ik weet dat er meteen al mensen gaan steigeren bij deze tip, want papieren agenda’s zijn de bom en waar moet je anders al die masking tape en stickers laten? Ook zijn er mensen die een agenda voor zich moeten zien, maar wist je dat Google Calendar ook gewoon een handige printfunctie heeft?

Goed, genoeg over de bezwaren, laten we het over de voordelen hebben. Geen gekras en gegum, want met een digitale agenda kun je afspraken verschuiven, deleten en aanpassen. Je kunt jezelf herinneringsmails sturen, automatisch boekingen en meetings aan je agenda toevoegen en zelfs je hele agenda (of delen ervan) delen met iemand anders. Hierover later meer.

Een Google-planning uit februari 2019

2. Verschillende kleuren gebruiken voor verschillende taken

Zoals je in het bovenstaande screenshot ziet, gebruik ik verschillende kleuren voor verschillende taken. Zo heeft vrije tijd de kleur blauw, en fotografie de kleur rood. Mijn blog is oranje en website-jobs hebben een paarse tint gekregen. Ik heb geprobeerd de kleuren zodanig te kiezen dat ze de hoeveelheid benodigde energie visueel communiceren. Fotografie is het zwaarst, dus die agenda kreeg de kleur rood. Logisch? Ik vind van wel.

Mensen met autisme, waaronder ikzelf, hebben vaak moeite met schakelen van de ene taak na de andere. Dus zodra mijn agenda eruit gaat zien als een mozaïek-betegelde badkamer uit de vroege jaren ’00, weet ik dat er iets niet goed gaat.

Agenda legenda

3. Reistijd en off-tijd inplannen

Reistijd kost ook tijd, én energie. Daarom plan ik ook de reistijd in. Dan zie ik ook meteen of ik in de spits moet reizen, en kan ik indien mogelijk stappen ondernemen om dat te voorkomen. Toen ik nog in Nederland woonde, had ik een daluren-abonnement voor de eerste klas. Dat kostte maar 30,- extra per maand en bespaarde me een hoop prikkels. Door tijdens het plannen al rekening te houden met de reistijd, kon ik bij de andere partij aansturen op een tijd die voor mij ideaal was. Stelde een klant 9:00 voor, dan vroeg ik of 10:00 ook goed was. Meestal hoef je dit helemaal niet uit te leggen trouwens, zeker als je nog in het stadium zit dat beide partijen maar wat roepen.

In de bovenstaande planning zie je het niet terug, maar ik plan ook regelmatig rustmomenten in. Dan plaats ik een blauw vlak met Chilltijd, of, zoals vroeger nog iets vaker gebeurde, met de omschrijving “Helemaal dood, RIP Toepsie”.

4. Mezelf afvragen: "Moet dit echt?"

Het risico van to-do lists of agenda’s is, althans in mijn geval, dat ik ze graag helemaal vol plemp. En een nadeel van mijn autistische brein is dat dingen die op de lijst of in de agenda staan dan ook daadwerkelijk moeten gebeuren, zelfs al was dat achteraf gezien eigenlijk helemaal niet nodig.

Zo heb ik hier in Japan twee grote Ikea-zakken met kleding staan, die ik wil gaan inruilen bij de tweedehands-kledingwinkel. Anders dan in Nederland krijg je daar in Japan geld voor, althans, als ze de kleding hip vinden. Hoewel de zakken me storen, staat de kleding niet echt in de weg. Toch wil mijn brein ze zo snel mogelijk inleveren: dan is het maar gedaan. Tegelijkertijd heb ik het nu aardig druk, met een aantal websites en mijn nieuwe boek. Daarbij is het 36 graden buiten, niet echt het weer om met een grote Ikea-zak te gaan slepen. Als ik dat doe, kan ik waarschijnlijk die dag weinig anders meer doen. En als ik spierpijn of hoofdpijn krijg van die zware tas, de volgende dag ook niet. Dus ik spreek mezelf streng toe: “Moet dit echt? En moet dit nu?” Het antwoord is nee. In plaats van op mijn to-do list, gaat het wegbrengen/inruilen van de kleding op mijn opties-lijst.

5. Opties achter de hand hebben

Toen ik net leerde plannen, snapte ik niks van het concept “uitrusten”. Dan zat ik me thuis vaak dood te vervelen, want ik was moe, ik moest uitrusten, maar ik had tegelijkertijd ook helemaal niks te doen en dat was retesaai. Totdat een vriendin, moeder van een zoontje, me vertelde over haar opties. Ze legde me uit dat het leven met kinderen onvoorspelbaar was, want je weet nooit van tevoren wanneer je kind een huildag heeft, of juist bakken met energie. Daarom had ze een lijstje met opties in haar telefoon staan, waarvan ze op de dag zelf de meest geschikte uitkoos.

Ik nam haar idee over en het deed wonderen voor mijn rustdagen. Eindelijk begreep ik dat uitrusten niet betekende dat ik de hele dag naar de muur moest gaan zitten staren, maar dat ik kon checken hoe ik me voelde, en dan een daarbij aansluitende activiteit kon kiezen. Was ik doodop, dan keek ik een documentaire. Had ik zin om de deur uit te gaan? Dan ging ik naar de kringloopwinkel. Had ik onverwachts energie voor tien? Dan kon ik mijn kledingkast KonMari-en, een deur in de verf zetten, of een rondje gaan hardlopen. Tegenwoordig heb ik meerdere optie-lijstjes. Zo staan er opties in Google Tasks, maar ik heb bijvoorbeeld ook een lijst in Google Maps waarop ik interessante plekken en winkels opsla om later eens te bezoeken.

Waar zal ik vandaag eens naartoe gaan...?

6. Niet preciezer plannen dan nodig

De autistische, Japanse Naoki Higashida schrijft in zijn boek The Reason I Jump waarom hij niet houdt van die visuele dagschema’s met icoontjes en zo, die vaak worden gezien als de heilige graal voor autisten. Hij vindt dat te specifiek: Zodra er iets is ingepland om 9:00, móet het om 9:00. Zijn hoofd heeft zoveel moeite met schakelen en veranderen, dat zo’n schema hem veel meer stress oplevert dan wanneer iemand mondeling met hem de dag zou hebben doorgenomen.

Toen ik net hulp kreeg voor mijn autisme, keken we eens naar mijn ochtendschema. De therapeute vroeg zich bezorgd af of ik ‘s morgens mijn tanden wel poetste, want dat stond nergens. Nu wil ik graag jullie zorgen wegnemen: Ja, natuurlijk poets ik mijn tanden. Maar dat is voor mij zo’n logische handeling, dat ik die niet in een planning ga zetten. Ik zou daar, net als Naoki, helemaal gestresst van worden.

Is wel zo

7. Achteraf de planning bijwerken

Had je iets ingepland, maar liep het toch allemaal anders? Pas dan met terugwerkende kracht je planning aan. Vooral voor autisten die worstelen met burnout-klachten, of voor wie de overprikkeling in een oogwenk van 0 tot 100 lijkt te gaan, is dit nuttig.

Ook ik had vroeger maar weinig inzicht. Ik dacht dat ik hoofdpijn kreeg op random momenten, en was altijd bang dat deze pijn een klus of uitje zou verpesten. Pas na maanden van bijhouden ging ik zien, en dan bedoel ik ook letterlijk voor me zien in en gekleurde blokjesagenda, dat de hoofdpijn vrijwel altijd na een dag shooten kwam. (Hoewel, soms had ik drie dagen shoot, en dan kwam ‘ie daarna.) Toen ik doorhad wat mijn hoofdpijn veroorzaakte, besloot ik anders te gaan plannen. Ik blokte de dagen na shoots uit, en zei tegen klanten dat ik die dag niet kon. Ook hierbij is een uitgebreide uitleg vaak niet eens nodig. Weet die klant veel of ik nog een andere klus heb, of een afspraak heb met mijn bed om er de hele dag in te gaan liggen?

8. Samen evalueren

In eerste instantie evalueerde ik mijn planning met mijn therapeut, maar toen ik die niet meer nodig had, nam Riemer het over. We maakten er een gewoonte van om elke zondag naar mijn planning te kijken, zowel terugblikkend als vooruitkijkend. Zo identificeerden we knelpunten, die ik dan meestal direct oploste door mensen mails te sturen in de trant van: “Hey, ik ben donderdag nogal druk, vind je het ook goed om bij mij thuis af te spreken?”. Ook blokte ik dagen in weken dat het aardig vol begon te raken, want als ik dat niet doe, dan roep ik direct tegen klanten of vrienden dat ik wel kan. Het is trouwens sowieso een goed idee om nergens meteen ja op te zeggen. Vraag of ze het even op de mail zetten en kom er later op terug, al dan niet nadat je samen met iemand naar de planning hebt gekeken.

Ik deel mijn Google-agenda met Riemer, en soms komt hij zelf al subtiel vragen of wat ik erin heb geplempt allemaal écht moet, en wel nu. Dat is eigenlijk nooit zo.

Een planning van juli 2023

Hierboven zie je mijn huidige planning. Zoals je ziet oogt ‘ie een stuk rustiger dan die van een paar jaar geleden. Dat is niet omdat ik per sé minder doe, maar vooral omdat ik minder plan. Het is niet zo dat ik in die witte stukken uit mijn neus zit te eten – zo zat ik gisteren midden in de nacht nog met Blossom Books te mailen over een bug op de site. Maar zoals ik hierboven al zei: ik plan niet meer dan nodig. En aangezien ik alles op het moment goed onder controle heb, is dit nu wat het is.

Ondertussen werk ik aan de planning voor september, als ik weer eventjes in Nederland ben. Mijn boeklancering, het inspreken van het bijbehorende audioboek, promotie… In die drukte komt een planning goed van pas en daarom zijn we daar ook nu al mee bezig. Zo zag ik dat ik in één week drie dagen in de voorleesstudio in Weesp moet zijn. Ik weet hoe intensief inspreken is, dus ik boekte net vast een hotel in de buurt. Oh, wat is het fijn om mezelf zo te kennen, en goed voorbereid te zijn. Daardoor functioneer ik zoveel beter!