Ik ben nu bijna een week terug uit mijn favoriete land, maar de mist is nog altijd niet uit mijn hoofd verdwenen. De jetlag zorgt ervoor dat ik het liefst wil eten en slapen, eten en slapen, maar da’s het ergste nog niet. Behalve die jetlag heeft ook een algeheel neerslachtig gevoel zich van mij meester gemaakt.
Helderheid
Het is vást gewoon toch die jetlag. Of mijn onvermogen om te gaan met veranderingen, of zo. De eerste week in Tokio had ik het ook moeilijk, dat weet ik nog wel. En de vorige keer dat ik terugkwam, vond ik dat ook stom.
Maar er is meer aan de hand. Het leek wel alsof ik in Japan alles helderder zag. Alsof ik beter naar mezelf kon luisteren. Alsof ik minder snel afgeleid was, en me minder snel liet meevoeren door anderen.
Het is gek. Als je met twee koffers naar het buitenland vertrekt, kom je erachter dat je eigenlijk helemaal niet méér nodig hebt. Sterker nog, ik had dingen bij me die ik totaal niet heb gebruikt. Twee koffers. Een kamer van zeveneneenhalve vierkante meter. Een 24/7 geopende Family Mart en een Starbucks op de hoek. Wifi. Da’s alles.
Afstand is ook goed. Want hoeveel mensen me ook mailden omdat ze iets van me wilden, het kon niet, of het kon pas later. En hoewel ik natuurlijk mensen heb gezien, heb ik deze trip ook wel geleerd dat alleen zijn ook heel prima is. Vijf dagen in m’n uppie door Shanghai crossen? Ik deed het, en het gaf me een ontzettend helder, sterk gevoel.
Overprikkeling
En nu ben ik weer thuis. Duidelijker dan ooit merk ik wat me hier zo stoort. Waardoor ik uren en uren zit te Facebooken, filmpjes zit te kijken op YouTube en vooral geen fuck uitvoer: het is te veel.
Ik ben daar sowieso niet goed in, dat heeft iets met autisme te maken ook. Als ik eten wil gaan koken, maar er moet nog een pan afgewassen en het aanrecht staat vol, dan krijg ik het heel moeilijk. Niet omdat ik lui ben, maar gewoon, omdat mijn hoofd die switch niet kan maken. Of nou ja, het kán wel… Als het moet, natuurlijk, dan doe ik het. Maar het kost me veel energie, het maakt me moe. En zo werkt dat dus met alles.
Ik heb een kledingkast die ik nog opnieuw wil uitzoeken. Er moet al een jaar worden geschilderd. Er liggen twee brieven op tafel die actie behoeven. Er ligt, nu ik zo kijk, best wat stof op de boekenkast. En over die boekenkast gesproken, dat ene boek, dat wilde ik ook nog lezen… Nee Toeps, we gingen foto’s bewerken vandaag. Maar uhm, ik wilde ook nog eens mijn website afmaken en…
POEF. Ontploffing. Too much information. Can’t compute. Laten we lekker gaan discussiëren op Twitter, of filmpjes over kanji kijken op YouTube.
Levensvragen
De heimwee komt opzetten. Ik wil terug naar mijn kleine kamertje in Japan. Mijn overzichtelijke kamertje, met een bed, een bureautje, en een kast met drie broeken en vijf truien. Ik bedenk me hoe we thuis zo’n kamertje kunnen creëren. “Dan kan hier een muur, en een schuifdeur, en dan zetten we het bed dáár…” Ik zat met Riemer te lunchen toen ik mijn notitieboekje tevoorschijn haalde. Ik tekende een slechte plattegrond van ons huis, en voordat we het wisten was het muurtje uitgegroeid tot grootschalige verbouwing. “Als we dit gaan doen, moeten we hier wel een flinke tijd blijven wonen, qua investering…” Error. Error. Het plan wordt in mijn hoofd afgeserveerd, want voor altijd hier wonen, wil ik dat wel? Wil ik niet liever in een goedkoop minihuisje wonen, zodat ik minder hoef te werken, en vaker kan reizen?
Sure, hier heb ik mijn studio. Maar heb ik die wel écht nodig? Wil ik nog wel zo veel fotograferen? En is daar dan geen andere oplossing voor? Meer en meer erger ik me aan de oppervlakkigheid van de modewereld. Ik hoor een stemmetje dat roept: “Ga iets anders doen! Ga iets zinnigers doen!” Een ander stemmetje eroverheen: “Maar geld dan. Hoe ga je dat betalen dan.” Ik weet het niet, en mijn aandacht beweegt zich terug naar Facebook. Naar een opruimproject. Nee, natuurlijk heeft niemand baat bij een geminimaliseerd keukenkastje. Maar het voelt zo veilig.
Als ik dit voorjaar terug wil naar Japan, dan moet ik binnenkort weer beginnen met sparen. Dat betekent hard werken. Buffelen. Maar dan zit ik daar, misschien in dit geval niet één maar drie maanden, en dan? Kom ik dan weer terug in hetzelfde? In Japan zag ik alles zo duidelijk voor me, en nu? Ik weet het niet. Ach, het is vast gewoon de jetlag.
Echt zo herkenbaar. Ik ben vaak in het buitenland voor mijn werk, met niet meer dan een koffer en een cameratas. En alles lijkt zoveel makkelijker dan, lijkt het wel. Al mis ik mijn vrienden wel.
Hier is er zoveel te doen, hier is zoveel die moét. Om moe van te worden.
Kunnen we niet met z’n allen downgraden?